De BASIS 11, de elf basisprincipes van jeugdvoetbal

De Sweach werkt niet met een uitvoerig jeugdbeleidsplan, maar hanteert de BASIS 11, de elf basisprincipes van het jeugdvoetbal waar iedereen zich aan dient te houden. Deze elf regels garanderen een zo groot mogelijk spelplezier en zorgen voor optimale ontwikkeling van iedere individuele speler. Onderaan deze pagina vind je de digitale brochure van de BASIS 11. Hier volgt de integrale tekst van de brochure:

Jeugdvoetbal bij vv De Sweach, waar gaat dat om? Jonge spelers willen vooral acties en doelpunten maken, lekker met teamgenoten samenspelen. Winnen?  Zo hoog mogelijk spelen? Of zelfs kampioen worden? Leuk, maar dat leeft lang niet bij elke jeugdspeler.

Jeugdvoetbal gaat bij onze vereniging om veel meer dan winnen. Wij willen spelers vooral beter maken. Natuurlijk hebben we daarbij aandacht voor de winnaarsmentaliteit. Daar trainen we op, maar een jeugdopleiding draait niet in de eerste plaats om het resultaat van zaterdag of om het behalen van een kampioenschap. Jeugdvoetbal draait om plezier en ontwikkeling: het opleiden van spelers.

De Sweach werkt daarom met de BASIS 11: elf principes waarin optimale ontwikkeling van de speler centraal staat. Dit is de basis van onze jeugdopleiding en een duidelijk handvat voor leiders, coaches, trainers, ouders en spelers.

De BASIS 11 heeft De Sweach niet helemaal alleen bedacht.  Het  is een samenvatting van opvattingen bij de KNVB, ideeën van clubs met gerenommeerde jeugdopleidingen, wetenschappelijke inzichten over jeugdsport, vakliteratuur en ervaringen van onze eigen jeugdtrainers.

1. Wat een kans!
Iedere speler krijgt bij ons de kans zich optimaal te ontwikkelen in een veilige omgeving waar we positief, stimulerend coachen en trainen. Optimaal ontwikkelen betekent plezier hebben, maar ook zoveel mogelijk spelen en trainen op je eigen niveau met voldoende weerstand, ook al is dat in een ander team.

2. Verloren? Geleerd!
De ontwikkeling van iedere speler op de lange termijn staat centraal bij onze jeugopleiding, niet de prestatie van het team tijdens een wedstrijd. Jeugdvoetbal is een leerproces en spelers mogen fouten maken. Anders leren ze niets. Je mag bij de jeugd dus best eens een wedstrijd verliezen omdat het leerproces voorop staat.

3. Teamsport? Niet altijd!
Jeugdvoetbal  is, zeker op jonge leeftijd, niet altijd een teamsport.  De jeugdopleiding richt zich op het beter maken van iedere individuele speler, goed en minder goed.  De gedachte hierachter is dat spelers die goed opgeleid zijn, beter leren functioneren in de verschillende teams en samenstellingen.  En  dus daarmee beter teamspelers worden.

4. Aanvalluh!
Jeugdspelers leren vol zelfvertrouwen naar voren voetballen. Spelers die acties durven maken worden zo min mogelijk beperkt. Coaches bieden kinderen ruimte om acties te maken.  We leiden geen bange spelers op die later niemand durven passeren omdat ze in de jeugd alle ballen moesten afgeven. Haal het avontuur niet uit de speler en het spel!

5. Zelf doen!
Spelers leren zelf beslissingen nemen in het veld en moeten onverwachte situaties leren oplossen. Dat maakt hen beter. Coaches staan dus niet continu roepend langs de lijn om spelers steeds op de goede plek te zetten. Daar win je misschien een wedstrijd mee, maar spelers leren er niets van. Leuk vinden ze dat gebulder ook niet. Stel liever open vragen.

6. Baas over de bal!
Balvaardigheid en (functionele) techniek zijn de basis van jeugdvoetbal. Jeugdspelers leren eerst hoe zij de baas worden over de bal.  Al oefenend hebben zij zoveel mogelijk balcontacten waarbij voor de jongste jeugd geldt: een bal voor iedere speler.  Trainen begint met technische vaardigheden.
Overspelen, conditie, tactiek komen later.

7. Transfer verdiend!
Leen spelers eens uit aan andere teams, ook al is het je beste speler. Daar leren ze van. Laat spelers die er bovenuit steken af en toe meetrainen of meespelen met een hoger team. Ze zijn dan ineens niet meer de beste. Ze moeten een stap harder zetten en zich bewijzen. Daag je spelers uit het beste uit zichzelf te halen.

8. Wisselen!
Wissel jij als coach je beste speler minder vaak of later dan de speler die nog niet zo goed is? Logisch, toch? Zo win je immers de wedstrijd. Maar gun ook  de mindere spelers veel speeltijd. Daar worden ze immers beter van. Natuurlijk bewaak je wel een beetje de balans in het team, want we denken aan het plezier en de ontwikkeling van alle spelers.

9. Allemaal in de spits!
Vaste posities? Verleidelijk, want je wint er mee, maar het is een kortetermijngedachte die niet strookt met de jeugdopleiding.  Wat leren spelers van vaste posities? Laatste man spelen, of back. Meer niet. Zet spelers daarom af en toe op een andere positie, laat hen fouten maken, durf te leren.
Kies voor ontwikkeling!

10. Net echt!
De training staat zoveel mogelijk in het teken van plezier, variatie en wedstrijdechte situaties. Het duizend keer droog oefenen van een beweging als de schaar, akka, overstap of Zidane wordt pas effectief als je de beweging ook oefent onder (lichte) druk van een tegenstander, tijdens partijvormen met 1 tegen 1 of 2 tegen 2 of variaties daarop.

11. Verlenging!
Variatie in training, speelwijze en ondergrond dwingen spelers zich aan te passen. Dat is leerzaam. Oefen daarom met verschillende systemen, speel onderlinge toernooitjes of trainingspotjes in diverse samenstellingen, train op gras en op kunstgras. Regel oefenwedstrijden tegen onbekende of sterke tegenstanders, doe mee aan toernooien.

En langs de lijn?
De trainer werkt met spelers en voert een jaarprogramma uit met een duidelijk doel. De trainer heeft daarom een belangrijke stem bij het kiezen van de speelwijze en het maken van de opstelling.Bij voorkeur is de trainer ook de coach langs de lijn. Als dat niet zo is, overlegt de leider/coach met de trainer waarbij het advies van de trainer bindend is. 
Leiders hebben meer de rol van teammanagers die met ouders communiceren en allerlei zaken rond wedstrijden regelen zoals het was- en rijschema. Toeschouwers? Die kijken toe, langs de lijn en bij veel clubs verplicht achter het hek. Moedig vooral positief aan, maar geef geen aanwijzingen. Dat doet de coach.

De BASIS 11 is beschikbaar als brochure in print en is digitaal als pdf te verkrijgen.